Wat beweegt volwassenen tot leren? Deze vraag is vanuit de invalshoek van de lerende en vanuit die van de begeleider te beantwoorden. Om bij de eerste invalshoek te beginnen: waartoe willen volwassenen leren? Hebben ze leervragen? Zijn die manifest of latent aanwezig? Hun leermotivaties zijn onder te verdelen in intrinsieke, extrinsieke en conditionele leermotivaties, dat wil zeggen voorwaarden om aan te voldoen om van leren een succes te maken, bijvoorbeeld op het vlak van tegemoetkoming financiën (vouchers), aanwezigheid voorzieningen, samenstelling van de groep, beeldvorming.

 

En vanuit de tweede invalshoek: hoe bereiken we als begeleider volwassenen die niet op de hoogte zijn van de mogelijkheden die zich voordoen om te leren of – sterker nog – die in de leerplichtige leeftijd een hekel aan leren hebben gekregen, voor wie ‘leren’ een beladen woord is en we het woord ‘leren’ maar vermijden?

 

Om bij dat laatste te beginnen: de activiteit van het leren is onderdeel van een proces. Dat wat eraan voorafgaat, zoals: volwassenen warm maken voor leren, werven, activeren, toeleiden, een digitaal of fysiek loket beschikbaar hebben of een intakegesprek mogelijk maken. En dat wat volgt op de leeractiviteit, de transfer, is minstens zo belangrijk als de leeractiviteit zelf, om de leeractiviteit door de lerende tot een succes te maken. Leren is participeren en leren biedt perspectief op handelen: het geleerde in de praktijk toepassen.

 

Leren vindt altijd plaats in een context, een omgeving, en mensen leren niet alleen voor zichzelf maar ook om deel te nemen aan sociale, culturele, economische en politieke processen en verbanden. Leren heeft dus altijd te maken met vragen in relatie tot maatschappelijke participatie en verbondenheid. Leren vindt niet alleen plaats op de werkplek en is evenmin voorbehouden aan educatieve instellingen. Ook vindt leren plaats in collectieve verbanden als organisaties en initiatieven van onderop met een andere hoofddoelstelling dan educatie of onderwijs voor volwassenen; in de alledaagse praktijk of voor de woon- of leefomgeving, vrijetijdsbesteding of als actieve bewoner (vrijwilliger).

 

Dat wat mensen leren op of voor de werkplek kan worden toegepast in het dagelijks leven en omgekeerd. Mensen zijn ondeelbaar, niet in sectoren op te delen. Wel vervullen ze verschillende rollen. Door leren veranderen mensen; leren is intentioneel, gericht op veranderen of vindt informeel, toevallig, plaats.